vrijdag 4 november 2016

EEN WIJZE LES IN DE TENTAMENSTILTE

Het is stil. Heel stil. Stilte zoals het zou moeten zijn op dit moment. Een stilte die gecreëerd wordt door zeshonderd ijverige studenten, afgewisseld door gekuch of een pen die niet op de tafel wil blijven liggen. Toch wel lichtelijk tevreden leg ik mijn pen neer en een mannelijke examinator met wild grijs haar komt al op me af. "Klaar?" fluistert hij. 
Het is méér dan ploeteren dit keer. Het is zwoegen zonder dat er een einde aan lijkt te komen. En als er aan het einde een lichtpuntje zichtbaar wordt, was dit voor nu tevergeefs. Geuit in een herkansing voor de klus waarvan je bijna zeker wist dat die geklaard zou worden. En die gaat ook geklaard worden: de propedeuse is al binnen, dus vrijwel niets kan me gestolen worden. Maar toch werk ik wel erg hard om op elk vlak te voorkomen dat iets de kans krijgt om toch te gaan stelen. Maar als het niet gestolen kan worden, waarom ben ik dan toch zo druk bezig met al die soort preventiemaatregelen? Ik heb echt geen idee. 

Zo liep ik dan dus ook vandaag de tentamenzaal binnen: met al een onvoldoende op zak voor het vak waar de meeste energie in was gestoken, wat onzekerheid over de overige vakken en wat pennen in de hand. Toen ik me had gesetteld aan mijn tafeltje en alvast mijn naam, klas en vak op het antwoordblad ging schrijven. Wat schrijf ik nu weer op?! Motiverende Gespreksvoering? Dat is én volgende week pas én dat is, zoals de naam al zegt, een gesprek. Niet nu, terwijl ik een toets met open vragen over Sociale Uitsluiting moet maken. Beteuterd en mompelend over hoe het toch kwam dat ik alles steeds zo door de war haal, keek ik naar de woorden die zowel een ander vak als een andere docent beschreven. Het blad waarop alleen m'n naam klopte (goh, haha).

Toch wel lichtelijk tevreden leg ik mijn pen neer en een mannelijke examinator met wild grijs haar komt al op me af. "Klaar?", fluistert hij. Officieel mag er helemaal niet gesproken worden op dit moment, dus ik knik vriendelijk. Nog voordat ik op kan staan, vervolgt hij zijn gefluister. "Zeg eh, is dat nou een plakker?". Een beetje vragend kijk ik hem aan. Ten eerste omdat er helemaal niet gepraat mag worden en ten tweede omdat ik geen flauw idee heb waar deze beste man het over heeft. Waarschijnlijk had hij door dat ik hem niet begreep, want hij richtte zijn gezicht naar mijn rechterhand, waar op de pink één zielige Primark-nepnagel geplakt zat. "Is dat nou een plakker, of heb je dat zelf gemaakt?" Hij sprak erover alsof het kunst was, zo op één vinger een nagel van de Primark terwijl de rest van de vingers geen 'plakkers' hadden. Hij moest eens weten dat de voorgeschiedenis van die nagel heel frustrerend was, want zijn negen broertjes en zusjes waren zonder pardon een uur nadat ze erop geplakt met dezelfde vaart er weer vanaf gevallen. En deze nagel hield het nu al zes hele dagen uit op mijn rechterpink. "Het is een plakker", fluister ik terug. De examinator buigt iets voorover, alsof hij de nagel aan het bewonderen is. "Tja, ik wil altijd van alles weten", komt er bijna onhoorbaar zacht uit zijn mond. Toen ik opstond en richting de garderobe liep besefte ik ineens dat het zinnetje van examinator uit mijn mond had kunnen komen. Zo hard aan het werk om mijn werk niet gestolen te laten worden. Onvoldoendes kunnen komen, je kan tot je nek aan in de onderzoeksverslagen zitten, bijna verdrinken in alle samenvattingen en begrippen. Ik wil álles weten. Maar misschien is het nu eens tijd om wat meer te vertrouwen op wát ik al weet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Aanbevolen post

CITROENLOTION MET EEN VLEUGJE MUGGENHAAT

Als het nieuwe schooljaar begint, broeit mijn gedachten van goeie voornemens en initiatieven. Een soort oud en nieuw voor het komende s...